Met het vollopen van het netwerk worden bedrijven, maar ook instellingen geraakt. Als je in een bepaalde regio zit waar het netwerk vol is, kan je er simpelweg niet meer bij. Ter vergelijking kan je denken aan de maximale capaciteit van een snelweg. Komen er te veel auto de snelweg op, dan ontstaat file. Zo werkt het ook met het elektriciteitsnetwerk, alleen zijn de gevolgen groter. Het verschil met het elektriciteitsnetwerk is dat het doorgaans een behoorlijke periode duurt voordat er weer ruimte ontstaat. Er moeten nieuwe verbindingen worden gemaakt, bijvoorbeeld hoogspanning tracés, of de grond moet open om nieuwe of dikkere kabels te leggen. Al met al een tijdrovende klus. In de afgelopen jaren hebben de netbeheerders al enorm veel capaciteit uitgebreid (bv Enexis realiseert een uitbreiding met >20% per jaar), maar de elektrificatie van Nederland gaat harder dan deze uitbreidingen. Hierdoor is de verwachting dat er in sommige gebieden meerdere jaren gewacht moet worden voordat een aansluiting gerealiseerd of verzwaard kan worden.
Stel dat er in een bepaalde regio een nieuwe instelling moet komen, bijvoorbeeld een verzorgingshuis, ziekenhuis of uitbreiding van een zorginstelling, dan komen deze instellingen nu in een First Come, First Serve (FCFS) scenario terecht. Het FCFS principe is eigenlijk heel simpel, wie als eerste komt, staat vooraan als er (weer) plek is op het net. Recentelijk is er een nieuw voorstel aangenomen om te zorgen dat bedrijven met een maatschappelijk belang voorrang kunnen krijgen. Ook bedrijven die congestie verminderen krijgen voorrang in deze methodiek.
In de basis is dit een goede beredenering. Het is fijn dat er duidelijkheid komt voor bedrijven en instellingen die in de ‘wachtrij’ staan. Het betekent natuurlijk ook dat er bedrijven zijn die langer moeten wachten dan voorheen. Deze situatie vraagt om (steeds urgenter) vernieuwende technieken om beter om te gaan met de beperkte capaciteit. Natuurlijk zijn hier ontzettend veel zaken in de mix rondom deze besluitvorming zoals gelijkheidsbeginsel, non-discriminatie beginsel, Europese wetgeving en zo verder.
Uiteindelijk is deze nieuwe wetgeving een tussenweg om te zorgen dat we op sommige gebieden wel vooruit kunnen, maar het komt allemaal terug op een ding: bouwen! We moeten meer met dezelfde mensen, het werk moet dus efficiënter en slimmer gedaan worden. Hoe gaan we dit voor elkaar krijgen?